De spiegels van inclusief onderwijs

Wat is de kern van inclusief onderwijs en hoe geef je daar als schoolteam vorm aan? Die vraag stond centraal tijdens de online studiemiddag van SWV PO IJmond. Eén ding is zeker: verwar inclusiviteit niet met een persoonlijke benadering voor elk kind die dat nodig heeft. De uitdaging is om in een groep een sterke context voor iedereen te creëren.

Inclusief onderwijs is dat elk kind gezien wordt en recht heeft op hoge verwachtingen

Soms zegt een plaatje meer dan duizend woorden. In dit geval zijn het er twee. Op het ene plaatje kijken drie jonge fans over een houten schutting naar een honkbalwedstrijd. Ze staan op kistjes, want anders zien ze niks. Op het volgende plaatje is de schutting vervangen door een hekwerk van gaas en volgen de kinderen vanaf de grond de wedstrijd. Dat laatste zou je exemplarisch kunnen noemen voor inclusief onderwijs. In plaats van elk kind individueel te ondersteunen haal je voor iedereen drempels weg.

Alles is maakbaar of niet?

Bert Wienen, associate lector jeugd bij hogeschool Windesheim, start zijn betoog over inclusief onderwijs met een veelzeggende statistiek. Tegenwoordig maakt één op de vijf kinderen gebruik van jeugdhulp, waar dat vroeger één op de 27 was. Niemand hoeft het publiek van deze studiemiddag uit te leggen dat dit ook impact heeft op het (basis)onderwijs. De reden voor deze stijging? Bert Wienen zoekt het in de ‘spiegels’ die we in deze tijd hanteren; dat individuele gezondheid en presteren heilig zijn verklaard. Als ideaalbeelden komen zij samen in de overtuiging dat wanneer de mens maakbaar is, iedereen het moet kunnen maken.

“We zijn aan het ‘medicaliseren’ geslagen. Is iemand druk, dan heeft hij ADHD. En als hij ADHD heeft, moet dat ook behandeld worden. De ‘labels’ zijn leidend geworden. Maar wat is nu echt de oorzaak? Daar komt inclusief onderwijs om de hoek kijken”, aldus Wienen. Inclusief onderwijs is volgens hem in de eerste plaats heel goed onderwijs. Dat betekent dat elk kind echt gezien wordt en recht heeft op hoge verwachtingen. Bert: “Daarbij hoort ook een verschuiving van perspectief. In plaats van dat kinderen zich goed moeten voelen om zich te ontwikkelen, gaan zij zich goed voelen, als zij zich ontwikkelen.”

Voorzie kinderen standaard van een groot aantal opties

Universal Design for Learning

Kortom, creëer een sterke groepscontext waarin elk kind tot zijn recht komt, is het pleidooi van Wienen. Het leidt na afloop tot een tevreden commentaar van een van de toehoorders: “Ik ben nooit voorstander geweest van gepersonaliseerd onderwijs.” Wienen krijgt ook bijval van Puk Witte van onderzoeks- en consultancybureau Sardes in haar workshop over wat inclusief onderwijs vraagt van de onderwijsaanpak. Zij haalt de stroming van het ‘Universal Design’ uit de designwereld aan, waarin flexibiliteit al in het productontwerp zelf is meegenomen. Neem een bureaustoel die aan alle kanten verstelbaar is.

“Zo heb je ook het ‘Universal Design for Learning (UDL)’”, aldus Witte. Daarbij is het onderwijs niet een optelsom van individuele oplossingen, maar een integrale aanpak die ruimte laat voor variatie. “UDL houdt in dat je kinderen standaard voorziet van een groot aantal opties. Bij kleuteronderwijs vinden we dat de normaalste zaak van de wereld. Daarna gaan we door een andere bril naar het basisonderwijs kijken. Waarom?”

Ieder kind wil leren

In zijn workshop pleit ‘meester in onderwijs’ Ronald Heidanus voor de terugkeer van de pedagogiek. Net als Wienen constateert hij dat het ‘medische model’ het huidige onderwijs is gaan beheersen. Wat is het pedagogisch statement van een school en van een docent? De zijne: ieder kind wil leren. Dus als de ene aanpak niet werkt, moet je voor een andere aanpak kiezen. Leg zo’n pedagogisch statement vast en draag het uit. “De essentie van pedagogiek is dat kinderen elke dag met een lach op hun gezicht de school binnenkomen”, concludeert Ronald.


Mijn pedagogisch statement: ieder kind wil leren

Inclusie pedagoog

Hoe betrek je het kind in kwestie bij een overleg van het OT? Hoe voer je een beter gesprek met kinderen, ouders en collega’s? Het zijn andere onderwerpen die tijdens de studiemiddag aan de orde komen. Zo wordt aan verschillende aspecten van inclusief onderwijs aandacht besteed.

Tanneke van der Boor, IB’er bij de Klipper in IJmuiden, kijkt terug op een interessante bijeenkomst. “Wat mij vooral is bijgebleven is dat plaatje met die kinderen die naar een honkbalwedstrijd kijken. Met een simpele aanpassing en zonder extra hulpmiddelen kun je het voor iedereen beter maken. De uitdaging is om samen met de leerkrachten naar dat soort oplossingen op zoek te gaan. En wat ik ook leuk vond: het pleidooi van Ronald Heidanus om de intern begeleider voortaan een ‘inclusie pedagoog’ te noemen. Word ik van IB’er, IP’er.”