Waarom zijn jullie in de OPR gegaan?
Marc: “Dat gaat bij mij terug naar een persoonlijke ervaring. Ons zoontje veranderde op de basisschool van een blij ei in een gefrustreerd mannetje. We hebben toen zelf min of meer uitgevogeld wat er aan de hand was. Uit een simpel visueel testje bleek dat zijn ogen niet samenwerkten. Dat is verholpen, maar het liet mij realiseren hoe belangrijk extra ondersteuning is voor kinderen die net buiten de boot vallen. Ik wilde iets bijdragen om het samenwerkingsverband zichtbaarder te maken en leerkrachten te helpen om onderwijs nog passender voor iedereen te maken.”
Ilse: “Ik ben aan boord gekomen van de OPR, toen de arrrangementsgelden van het SWV naar de scholen werden overgezet. Gaat dat wel goed?, dacht ik. Ik wilde er met mijn neus bovenop zitten. Nu ben ik er blij mee. Ik kan makkelijk putten uit ons schoolbudget voor passend onderwijs en snel schakelen als de situatie van een kind daarom vraagt.”
Wat vinden jullie van het nieuwe ondersteuningsplan?
Ilse: “Voor mij is de kern van het plan samenwerking. Er is absoluut al een wisselwerking tussen scholen, maar die is vrij ad-hoc en praktisch ingegeven. Zo ben ik wel eens bij een collega-school te rade gegaan, toen er bij ons meer NT2-kinderen instroomden. Hoe hebben zij het NT2-onderwijs aangepakt? Nu wordt er een breder, gestructureerder fundament onder de samenwerking gelegd. Dat vind ik positief.”
Marc: “Met als uitgangspunt dat kinderen thuisnabij het onderwijs krijgen dat zij nodig hebben. We brengen de expertise naar het kind en niet het kind naar de expertise. Als kinderen in hun eigen omgeving kunnen blijven, is dat ook goed voor hun sociale ontwikkeling.”
Hoe zou je de samenwerking moeten bevorderen?
Marc: “Door met elkaar in gesprek te gaan en te blijven. Het netwerk is nu nog een spinnenweb. Het moet er één van staalkabels worden. Die verbindingen maak je niet zomaar. Jeugdzorg bijvoorbeeld is gedecentraliseerd, maar je merkt dat hun zorgaanbod in de gemeentes nog niet volledig aansluit op de behoeftes van de scholen en de kinderen en dat het best lastig is om die match te maken. Dus moet je elkaar opzoeken en zaken afstemmen.”
Ilse: “Het SWV kan scholen slechts verleiden om een bepaalde richting in te slaan. Het zijn met name de schoolbesturen die de neuzen dezelfde kant op moeten krijgen. Gelukkig zie je dat ze de bal steeds meer oppakken.”
Is het kernoverleg een goed middel om de samenwerking te bevorderen?
Ilse: “Ik ben een groot fan van de kernen en het overleg tussen scholen dat hierbinnen plaatsvindt. Het staat nog in de kinderschoenen, maar ik ervaar de wil om elkaar beter te leren kennen en te kijken waar we elkaar kunnen versterken. Ik vind het nog wel spannend hoe we de knop gaan omzetten van oriëntatie naar actie en ervoor kunnen zorgen dat iedereen op hetzelfde niveau komt. Dat brengen we ook als aandachtspunt naar voren in ons overleg met de bestuurder van SWV PO IJmond.”
Marc: “In principe kunnen we zoveel instrumenten inzetten voor kinderen met speciale behoeften. Kijk naar de Day a Week School, de praktijkklassen en de expertisecentra. En weet je wat ik ook mooi vind? Binnen Tabijn heb je sinds 2019 een ouderacademie. Hier worden ouders die het Nederlands niet goed machtig zijn dusdanig bijgespijkerd dat zij het onderwijs van hun kinderen kunnen volgen en zelfs een beetje ondersteunen. Ouderbetrokkenheid is essentieel bij passend onderwijs.”
Meepraten over passend onderwijs?
Een goed beeld gekregen van de OPR? We hebben nog twee vacatures: voor Tabijn (personeelsgeleding) en SO/SBO (oudergeleding). Praat je graag mee over passend onderwijs in onze regio, dan hebben we je er graag bij. Neem voor meer informatie contact op met de voorzitter van de OPR, Marc de Bie, via e-mail: m.debie@svok.nl.
Klik hier voor een uitleg over de samenstelling en taken van de OPR.