Kernen op stoom

Het blijft wat onwennig: in een kernoverleg raakvlakken zoeken om samen vorm te geven aan passend, inclusief onderwijs. Maar langzaam maar zeker komen de eerste concrete actiepunten op de agenda te staan. Op dit moment heeft de helft van de kernen zijn kernplan ingeleverd. Een gesprek met drie voorzitters over de stand van zaken in hun eigen kern.

De gemeente is voor mij soms nog een ‘black box’. Ik hoop via het kernoverleg die organisatie beter te leren kennen.

Niels Vermij, directeur Kindcentrum Helmgras, voorzitter kern Castricum
Carla Vogelzang, directeur De Toermalijn, voorzitter kern Santpoort/Driehuis
Jan van Rheenen, directeur Anne Frank School, voorzitter kern Heemskerk Zuid

Over het initiatief…

Carla: “In mijn ogen is het kernoverleg een zinnig idee. Binnen ons schoolbestuur is de samenwerking tussen scholen goed. Nu leren we ook de scholen buiten ons bestuur beter kennen en weten we waar hun expertise ligt.”

Jan: “In een vorige baan heb ik slechte ervaringen gehad met overleg binnen een SWV. Doordat PO IJmond logische kernen gecreëerd heeft, waarborg je dat onderwijsbehoeftes relatief dicht bij elkaar liggen. Daardoor vind je elkaar makkelijker.”

Niels: “Eens. Het vormen van een netwerk in een kern helpt ons om ervoor te zorgen dat kinderen zoveel mogelijk thuisnabij onderwijs krijgen. Uiteindelijk is dat het streven.”

Jan: “Het gaat om de ontwikkeling van het kind. Daar past het oude, verkokerde denken niet bij, ook al verdwijnt dat gevoel van met elkaar in concurrentie zijn ook niet één, twee, drie.”

Niels: “Dan is het Deense model een stuk overzichtelijker. In Denemarken heb je een centrale organisatie van het onderwijs en is elke schoolmedewerker in dienst van de gemeente. Dan kun je gemeentebreed in één keer een dekkend aanbod neerzetten.”

Over de invulling…

Carla: “ We overleggen bewust steeds op een andere school en rouleren het voorzitterschap. Wij hebben een vrij homogene kern met een relatief hoog uitstroomniveau. Wij hoeven ons in minder bochten te wringen om ons onderwijs passend te krijgen dan bijvoorbeeld in het aangrenzende IJmuiden.”

Jan: “In onze kern hebben we een school die het praktijkleren heeft geïntroduceerd. We zijn nu aan het verkennen of dat ook voor andere scholen een aanvulling kan zijn op het onderwijsaanbod. En of we dan leerlingen op één plek samenbrengen of dat we een ‘klusbus’ laten rondrijden langs de scholen. Dat laatste is natuurlijk thuisnabij onderwijs in optima forma.”

Niels: “Wij zitten ook nog in een oriënterende fase. Wel hebben we in onze kern een school die plaats biedt aan twee kinderen met het Syndroom van Down. In het kernplan hebben we afgesproken om hun ervaringen om te zetten in een algemene handreiking voor de aanname, begeleiding en uitstroom van deze doelgroep.”

Carla: “Wij zetten in op intercollegiale consultatie. Er zijn nog genoeg gebieden waar we als scholen en leerkrachten van elkaar kunnen leren. Denk aan de inzet van combiklassen en de ondersteuning van kinderen die hoogbegaafd of dyslectisch zijn.”

Over het vervolg…

Jan: “Door elkaar vaker te zien en met elkaar te overleggen, hoop je dat drempels vervagen. Het heeft allemaal met vertrouwen te maken. De vraag is of je echt met elkaar in een kern een dekkend aanbod durft te ontwikkelen. Dat is geven en nemen.”

Niels: “Je zou de uitvalgegevens naast elkaar kunnen leggen. Met welke problematiek hebben we kinderen naar het speciaal onderwijs verwezen? En kunnen we dat toch niet zelf oplossen?”

Jan: “Dat heeft z’n tijd nodig. Maar op een gegeven moment houdt het onderzoeken op. Dan moet je knopen gaan doorhakken.”

Carla: “Het gevoel is goed. Als je met al je partners samenwerkt kom je verder.”

Niels: “In onze kern zit de jeugdconsulent bij het overleg. De gemeente is voor mij soms nog een ‘black box’. Ik hoop op deze manier die organisatie beter te leren kennen.”

Kijk hier om inzicht te krijgen in de doelen en acties van alle kernen in regio IJmond.