Uldrik studeerde algemene literatuurwetenschap in Leiden en startte zijn carrière bij de TU Delft waar hij zich bezighield met onderwijsontwikkeling en -kwaliteit. Die lijn zette hij door bij het Zadkine College in Rotterdam (MBO), waarna hij rector werd van het Herbert Vissers College in Nieuw-Vennep (voortgezet onderwijs). Hier kwam hij volop in aanraking met de onderwijspraktijk.
Waarom heb je gekozen voor PO IJmond?
“Een van de dingen die mij altijd geïnspireerd heeft in mijn werk is wanneer ik een verschil kan maken voor jonge mensen. Zeker voor de groep bij wie het soms allemaal niet vanzelf gaat en die wel een zetje in de rug kan gebruiken. Dat is ook waar een samenwerkingsverband voor staat. Hoe kun je ieder kind in de eigen wijk het plekje op school geven dat hij of zij verdient? Soms moeten we daarvoor met elkaar iets extra’s organiseren.”
Wat voor organisatie trof je aan bij PO IJmond?
“Ik ben in een samenwerkingsverband gestapt dat het goed doet. De scholen werken op een positieve manier samen, valt me op. De medewerkers op het bureau zijn bevlogen en leveren werk van hoge kwaliteit. Niet voor niets hebben we een positieve beoordeling gehad van de inspectie. Voor jonge kinderen geloof ik in het principe van inclusief en thuisnabij onderwijs. Ons samenwerkingsverband werkt met kernen, waarin we proberen zoveel mogelijk een dekkend aanbod te organiseren. De diversiteit van de scholen is daarbij een grote kracht. Dat zorgt ervoor dat verschillende kinderen de ondersteuning krijgen die zij nodig hebben.”
Dus je kunt rustig achterover leunen…?
“Dat is zeker niet wat er gebeurd is de afgelopen maanden! We hebben een turbulente periode achter de rug. Mijn komst viel samen met de aankondiging van een flinke korting op de bekostiging van samenwerkingsverbanden door het Rijk. In het najaar kregen we bericht dat het meevalt, maar het resultaat is wel dat we een aantal vernieuwingen hebben moeten doorschuiven naar de langere termijn. In een tijd waarin de wachtlijsten voor de jeugdzorg steeds langer worden en de druk op het speciaal onderwijs toeneemt, is dit heel onwenselijk.
Gelukkig zijn we op allerlei gebieden creatief en succesvol. Ik denk aan de manieren waarop scholen ervoor zorgen dat kinderen die moeilijk leren op hun eigen school kunnen blijven. En we hebben een terugplaatsingscoördinator die terugplaatsingen van het speciaal naar het regulier onderwijs begeleidt. We doen wat in ons vermogen ligt. Ook spelen er in de praktijk nog andere actuele vraagstukken.”
Zoals?
Vanuit het veld horen we dat peuters en kleuters zich de laatste jaren anders ontwikkelen. Zijn ze door corona minder toegerust voor het schoolsysteem? Wat is de invloed van al die schermpjes tegenwoordig? Er zijn zorgen. We gaan daarover in gesprek met elkaar, met andere experts en natuurlijk met ouders. Samen zoeken we naar oplossingen voor nieuwe uitdagingen”
En als je verder de toekomst in kijkt: wat komt er dan op ons af?
“Het knelpunt van de budgetten zal denk ik groter worden. Zo groeit de vraag naar jeugdhulp, terwijl daar bij de gemeenten de komende jaren minder geld naartoe zal gaan. Dan heb je een dubbel effect. We zullen het slimmer moeten aanpakken. In Castricum loopt een pilot, waarbij een jeugdhulpverlener op school aanwezig is. Die kan al vroegtijdig signalen oppikken en zo escalaties voorkomen, die de gemeenschap uiteindelijk veel meer geld kosten. Die preventieve kant moeten we op, waarbij we in de kernen nog meer de verbinding zoeken met relevante instanties. We zijn bezig met een nieuw meerjarig ondersteuningsplan. Daarin houden we vast aan de koers die eerder is uitgezet, maar krijgen zulke accenten ook een plek.”
Heb je je draai gevonden bij PO IJmond?
“Absoluut. Ik was laatst op een Day a Week School, waar meerkunners op hun niveau worden uitgedaagd. Ik sprak een leerling die kraakhelder vertelde hoe fijn het is om bij mensen te zijn die je begrijpen. Dan weet ik waarvoor ik het doe. Het ene moment ben je bezig met het creëren van een extra voorziening voor een groep leerlingen, zoals de Day a Week School, het andere moment bespreek je met professionals een ingewikkelde individuele casus. Van de persoon naar het geheel en weer terug. Die beweging vind ik ontzettend interessant.”