Scholen binnen een bepaald bestuur treffen elkaar al sporadisch, laat staan dat je daarbuiten met elkaar samenwerkt. Toch is dat wat het kernoverleg beoogt. Zoals bij elk nieuw initiatief doorloop je dan de weg van wantrouwen en gewenning naar acceptatie en – hopelijk – omarming. “Het was verhelderend om te zien wat voor kennis en kunde in onze kern gebundeld is.”
Een zomerschool?
Soraya Dominggus (IB’er Kompas West, voorzitter kernoverleg IJmuiden 1): “Ik vond het kernoverleg van tevoren best spannend. Ik had een agenda opgesteld, te beginnen met een uitgebreid voorstelrondje met daarin de ruimte om verwachtingen uit te spreken. Daaruit bleek al meteen een positieve grondhouding.”
“We vroegen ons af waar de kansen liggen om samen meer te betekenen voor onze leerlingen. Er was vooral behoefte om de jeugdzorgtrajecten in de buurt beter in beeld te krijgen. Wat verwachten de jeugdteams van ons en wat wij van hen? Dat begint met een goede onderlinge communicatie. We hebben afgesproken hen uit te nodigen voor een volgend overleg en gaan in een werkgroepje vragen voorbereiden. In een ander werkgroepje gaan we onderzoeken of we een zomerschool kunnen oprichten. Ook zo’n initiatief komt sneller tot stand, als we de krachten bundelen.”
De sociale kaart invullen
Angelique de Vries (Directeur De Sleutelbloem, voorzitter kernoverleg Beverwijk Oost): “Als voorzitter wilde ik tijdens dit eerste kernoverleg vooral dat de aanwezige scholen elkaar beter zouden leren kennen. Met in mijn eigen achterhoofd een praktisch punt. Soms heb je een leerling met een zorgvraag waar jij als school niet goed mee uit de voeten kan. Is het dan niet verstandiger dit kind over te plaatsen naar een andere school waar hij wel tot zijn recht komt? Dat lijkt mij zinvol, maar daarvoor moet je weten wie welke deskundigheid heeft.”
“Bij ons speelde nog wat anders. De meerderheid van de scholen vond dat we eigenlijk een onafhankelijke voorzitter moesten hebben. Volgens mij heeft niemand betwist dat ik de rol van voorzitter onpartijdig heb ingevuld, maar ik respecteer die wens. Inhoudelijk zijn we bezig geweest met het inventariseren van alle sociale voorzieningen voor kinderen in de buurt. Het aanbod is groot en het is goed om die sociale kaart compleet te hebben. We hebben afgesproken dat we niet alles in gezamenlijkheid hoeven te doen. Soms zal bij een onderwerp een kleiner groepje scholen meer raakvlakken met elkaar hebben. Laten zij dan vooral samen optrekken.”
Thuisnabij een relatief begrip
Saskia van der Voort (Directeur Rembrandtschool, voorzitter kernoverleg Limmen/ Akersloot/ Uitgeest): “Wij waren in het begin nog zoekende. Wat is het doel van dit overleg? Wat moet het opleveren? Thuisnabij onderwijs klinkt aardig, maar wij hebben geografisch gezien een grote kern waarin de scholen ver uit elkaar liggen. Dan blijft thuisnabij een relatief begrip.”
“We hebben dit overleg met name gebruikt om elkaar beter te leren kennen. We zijn met negen scholen. Vier van die scholen gaan zichzelf pitchen in een filmpje en dat wordt getoond tijdens het volgende kernoverleg. Ik zie veel in de uitwisseling van kennis en kunde. Zo hebben wij op school weinig HB-problematiek. Maar als je er een keer mee te maken krijgt, wil je voorbereid zijn. Daartegenover weten wij veel over hoe je door een persoonlijke aanpak alles uit een kind kunt halen. Voorlopig hoeven er van ons nog geen andere partijen bij het overleg aan te sluiten. Laten we eerst als scholen meer naar elkaar toe groeien.”